Ligt de toekomst van onze steden langs het spoor?
Wie een beetje heeft opgelet afgelopen periode, kan het niet ontgaan zijn: het Rijk zet stevig in op de herontwikkeling van spoorzones. Niet vreemd, want juist op deze plekken ontstaat de komende jaren een groot deel van onze ruimtelijke groei. Oude rangeerterreinen, overslaggebieden en rafelranden van stations worden opnieuw het hart van de stad. Maar de belofte van deze zones gaat hand in hand met een flinke uitdaging: de ondergrond.
Veel spoorzones dragen een lange geschiedenis met zich mee. Jaren van intensief gebruik, wisselende functies en een stapel aan technische en juridische puzzels. Je ziet het niet wanneer je erlangs fietst, maar onder de klinkers en rails ligt vaak een laag vol onzekerheden: bodemverontreiniging, kabels en leidingen, logistieke beperkingen, historische sporen, complexe eigendomsverhoudingen. Stuk voor stuk factoren die bepalen of een ambitieus stedelijk plan daadwerkelijk van de grond komt.
Precies daarom worden spoorzones steeds vaker het toneel van nieuwe samenwerkingen. Want alleen een mooi stedenbouwkundig ontwerp is niet genoeg. Je moet ook snappen wat er onder dat ontwerp gebeurt. De projecten die nu het verschil maken, zijn die waarin ontwikkelaars, publieke partijen en specialisten vanaf dag één samen optrekken. Waar technische risico’s niet worden doorgeschoven, maar gezamenlijk worden gedragen en opgelost.
In verschillende steden zien we hoe dat werkt. Ook binnen onze eigen projecten merken we dat spoorzones vragen om een andere manier van denken. Niet strak in fases, maar in iteraties. Niet pas in beeld bij de vergunning, maar aan tafel vanaf de eerste schets. En vooral: niet beschermen wat je niet weet, maar open kaart spelen over wat je wel weet. En net zo goed over wat nog moet worden onderzocht.
Het mooie is: als je de ondergrond integraal meeneemt, ontstaat er juist ruimte. Ruimte om ingewikkelde locaties haalbaar te maken. Ruimte om te optimaliseren, zodat ontwerp en kosten samen oplopen. Ruimte om risico’s slim te organiseren in plaats van ze te vermijden. En ruimte om van een voormalig spooremplacement weer een volwaardig stadsdeel te maken, zoals we bijvoorbeeld nu in Zwolle doen.
Daar, in een voormalige spoorzone, werken we mee aan een project dat precies laat zien wat een integrale aanpak kan betekenen. Lees hier meer over project WARTZ. Door verantwoordelijkheid te nemen voor de bodem, duidelijke afspraken te maken en intensief met partners op te trekken, krijgt een gebied met een uitdagend verleden weer toekomstwaarde. Zulke trajecten laten zien dat spoorzones niet iets zijn om huiverig voor te zijn, maar juist plekken bieden waar vernieuwende gebiedsontwikkeling ontstaat. Mits je durft te beginnen onder de grond!
De investeringsgolf die we nu vanuit het Rijk zien, zien wij dan ook als meer dan een financiële impuls. Het is een uitnodiging om anders te kijken naar deze bijzondere stukken stad. Spoorzones vragen om lef, transparantie en vakmanschap. Maar ze geven er iets belangrijks voor terug: de kans om ruimte te creëren waar steden kunnen groeien, vernieuwen en bloeien.


(afbeeldingen van project WARTZ te Zwolle - ontwikkelaar AM)